In mijn diëtistenpraktijk spreek ik steeds meer mensen die plantaardig willen gaan eten.
Redenen daarvoor zijn uiteenlopend: vanwege duurzaamheid, gezondheid of dierenleed of een combinatie. Duurzaam eten is namelijk beter voor het milieu en je gezondheid.
De 3 belangrijkste stappen die je dan kunt zetten zijn: minder vlees en meer plantaardig eten, minder voedsel verspillen en niet meer eten dan je nodig hebt.
Maar er is meer!
Duurzaam eten doe je door de volgende 7 stappen te volgen:
- Minder vlees te eten: vlees is belastend voor het milieu. Dat geldt vooral voor rood vlees. Door rood en bewerkt vlees 3 dagen per week te vervangen door peulvruchten zoals bonen, linzen, kikkererwten, ongezouten noten of ei, en 1x per week duurzame vis vervang je je vlees goed en belast je het milieu minder.
- Op maat te kopen en te koken: Gebruik het complete product om mee te koken (schillen om bouillon te trekken) en verwerk overgebleven kliekjes de volgende dag in een gerecht. Een goede weekplanning is daarvoor belangrijk.
- Voldoende te eten maar niet teveel snoepen en snacken: ieder lichaam heeft voldoende energie en voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Echter, overdaad schaadt. Dus door niet meer te nemen dan nodig is, belast je het milieu en je gezondheid minder. Kies vooral voor voldoende groenten, fruit en volkoren graanproducten en laat ongezonde producten zoals snacks en snoep vaker staan. Ze leveren niet alleen veel calorieën maar belasten ook het milieu onnodig
- Vooral kraanwater, thee en koffie drinken. Kraanwater is de beste keuze voor het milieu maar 3 koppen thee en max 4 koppen koffie (zonder suiker) per dag zijn een goede keuze. Frisdranken, sappen en alcohol met mate omdat deze minder gezond zijn en het milieu meer belasten.
- Voldoende zuivel en kaas eten: voor een goede gezondheid zijn 2 tot 3 kleine porties zuivel (300-450 ml melk, yoghurt of magere kwark) en 40 gram kaas het advies. Meer is onnodig en meer milieubelastend.
- Te kiezen voor seizoensproducten kiezen en kijken naar de herkomst: groente en fruit die in een bepaald seizoen geoogst worden, noemt men “seizoensproducten”. Ze gaan direct van het land naar de winkel en hoeven niet te worden bewaard. Daarom zijn ze een duurzame keuze. Soorten die het hele jaar door geoogst en bewaard kunnen worden zijn: bietjes, broccoli, rode kool, ui en wortels. Producten die van buiten Europa komen (met het vliegtuig) en groente uit verwarmde kassen zijn minder duurzaam omdat de kassen veel energie verbruiken.
- Te kiezen voor producten met een topkeurmerk: Dit zijn duurzaamheidskeurmerken voor producten waarbij dieren een beter leven gehad hebben of beter voor het milieu zijn. Goede voorbeelden zijn: Biologisch en Beter, ASC voor vis. Kies voor koffie en thee voor Fairtrade, UTZ en Rainforest Alliance.
Een dergelijk stappenplan klinkt mooi maar hoe geef je concreet meer handen en voeten aan een duurzaamheid zonder dat je minder van het leven geniet?
Vanuit deze vragen uit de praktijk – maar ook vanuit persoonlijke interesse – ging ik op zoek naar vegetarische gerechten die voedzaam, gezond, lekker zijn maar waarbij ook gelet wordt op voedselverspilling.
Over dit onderwerp raakte ik in gesprek met de inspirerende chef-kok Sheila Struyck.
Al brainstormend pakten we samen het plan op lekker, plantaardig te gaan koken en de recepten te delen met een groot publiek. Een wereldverbeteraars-ambitie maar ook een mooie combinatie van een samenwerking waarbij gezondheid, duurzaamheid en genieten van lekker eten, centraal staan.
Bezoek de site van chefkok Sheila Struyck voor heerlijke vegetarische recepten.